Foto Het bos van landgoed Zuylenstein op de Utrechtse Heuvelrug - Aritha via Pixabay

De Jeugdautoriteit heeft onlangs onderzoek gedaan naar de regiovisies van jeugdzorgregio’s. Volgens een afspraak binnen de VNG moet elke jeugdzorgregio zo’n regiovisie hebben opgesteld. JA-magazine sprak met de regio Zuidoost-Utrecht, die de plannen en ambities voor het garanderen van passende zorg voor de jeugd in een stevige regiovisie heeft weten te vatten. Laura van Voorst, beleidsmedewerker bij de gemeente Utrechtse Heuvelrug, en Jolet Swagers, adviseur en onderzoeker bij adviesbureau K2, vertellen over de totstandkoming van de regiovisie.

De jeugdzorgregio Zuidoost-Utrecht bestaat uit vijf gemeenten: Zeist, Utrechtse Heuvelrug, De Bilt, Bunnik en Wijk bij Duurstede.

Hoe is jullie regiovisie tot stand gekomen?

Van Voorst: “We hadden al veel belangrijke documenten op orde voor de regio Zuidoost-Utrecht; denk aan de transformatieagenda, onderzoek naar de samenwerking tussen onderwijs en jeugdhulp, en stukken over aanbestedingen en bovenregionale samenwerking. Al die documenten waren een mooi begin om tot een regiovisie”

Portretfoto van Jolet Swagers
Jolet Swagers werkt als onderzoeker en adviseur bij K2 en is sinds 2020 betrokken bij de jeugdzorgregio Zuidoost-Utrecht.

Hebben jullie bij het opstellen van de regiovisie samengewerkt met jeugdhulppartners in de regio?

Van Voorst: “We hebben overlegd met de belangrijkste partners, de grote aanbieders, lokale inkoopteams, het onderwijs en de inwoners van de regio waren vertegenwoordigd in adviesraden sociaal domein. Daar zijn verschillende dingen uitgekomen die terecht zijn gekomen in de regiovisie. Een van de speerpunten in de visie is Zo Thuis Mogelijk. Dat komt voort uit de wens van aanbieders om dat thema realistisch en haalbaar te houden. Dus Zo Thuis Mogelijk in plaats van Alle Kinderen Thuis. De regiovisie is vrij eensgezind opgesteld, zonder hete hangijzers. Ik denk dat het moeilijk is om het er niet mee eens te zijn.”

Swagers: “Idealiter is er meer tijd om bij alle partners inbreng op te halen. Ik zou het mooi vinden als we in een volgende versie ook inwoners, cliënten, professionals en ervaringsdeskundigen aan het woord laten. Wat betekent zo’n regiovisie nou echt voor de inwoners van je regio? Wat gaat het hen opleveren?

Van Voorst: “We hebben de regiovisie opgesteld in een hectische tijd. We zaten midden in ingewikkelde inkooptrajecten of kwamen daar net uit, er speelde veel, zowel betreffende ambulante hulp als met hulp met verblijf. Bovendien speelde COVID-19 op dat moment een grote rol. We hebben informatiesessies online moeten doen, wat het ophalen van concrete input niet makkelijker maakte. Als we de regiovisie op een stabieler moment hadden vastgesteld hadden we bijvoorbeeld ambulante aanbieders meer meegenomen.”

Hoe zorg je dat de regiovisie meer is dan een pak papier op je bureau?

Van Voorst: “Als de regiovisie af is, begint het eigenlijk pas. Hoe ga je je voornemens in de praktijk brengen? Je bent voortdurend bezig met implementatie van de visie.”

Swagers: “Ik was laatst bij een regionale bijeenkomst van lokale teams en samenwerkingspartners zoals verblijfsaanbieders, om een deel van de visie opnieuw door te nemen en meer eigen te maken. Het blijft belangrijk om de regiovisie telkens weer met elkaar te bespreken. We hebben expliciet afgesproken om dat structureel te blijven doen. De regiovisie is een langetermijnvisie, dus je hebt met enige regelmaat te maken met belangrijke trekkers die wegvallen. Daarom is het belangrijk dat de regiovisie blijft leven, onder bestuurders, beleidmakers en uitvoerend professionals.” 

De jeugdzorgregio Zuidoost-Utrecht is een netwerksamenwerking en heeft daardoor verhoudingsgewijs lichte governance. Maakt dat implementatie van de regiovisie ingewikkelder?

Van Voorst: “Eigenlijk is het eerder omgekeerd. We zijn binnen de regio opvallend eensgezind en voor een deel komt dat juist doordat er voor een netwerksamenwerking is gekozen. Er gaan met enige regelmaat stemmen op om de regio meer te formaliseren en een Gemeenschappelijke Regeling in te stellen. De deelnemende gemeenten vinden het belangrijk om vast te houden aan de netwerksamenwerking, en een goede regiovisie gaf ons de ruimte om daaraan vast te houden. Met een stevige regiovisie zorgen we voor een soepele samenwerking, ook zonder Gemeenschappelijk Regeling.

“De regiovisie heeft voor meer overzicht gezorgd. Het maakt de communicatie makkelijker met partners binnen en buiten de jeugdhulpsector. Voor iedereen is duidelijk waar we als regio voor staan: dit is het, hier gaan we voor.”

Swagers: “Juist omdat het zo belangrijk is, heeft het mij erg verbaasd dat uit het onderzoek van de Jeugdautoriteit bleek dat het aantal regio’s zonder regiovisie niet op twee handen te tellen is. Ik ben ervan overtuigd dat in alle regio’s wordt samengewerkt door gepassioneerde mensen die het beste voor hebben met de jeugd. Zonde dat ze hun gezamenlijke doelen, ambities en afspraken niet vastleggen.”

Onderzoek Regiovisies Jeugdhulp

Van februari tot mei 2022 onderzocht de Jeugdautoriteit bij alle 42 jeugdzorgregio’s of zij een regiovisie hadden opgesteld. Ongeveer twee derde van de regio’s bleek over een regiovisie te beschikken. Inhoudelijk voldeed van de beschikbare regiovisies ongeveer driekwart aan de Norm voor opdrachtgeverschap (NvO)

De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) stelde in 2020 de NvO vast. Daarin wordt geschetst hoe gemeenten in hun rol als opdrachtgever de beschikbaarheid en continuïteit van jeugdhulp moeten borgen en wat de gewenste ontwikkeling van het jeugdzorglandschap is. Dit onderdeel is in veel regiovisies niet of slechts beknopt beschreven, terwijl het van groot belang is om discontinuïteit in de jeugdhulp te voorkomen.

Uit het onderzoek bleek bovendien dat vermindering van regeldruk in weinig regiovisies aandacht krijgt, terwijl dat een belangrijke transformatiedoelstelling is en in de gehele sector een knelpunt vormt. De Jeugdautoriteit beveelt aan om administratieve lastenvermindering expliciet aandacht te geven en te standaardiseren waar dat mogelijk is.