In Groningen, Drenthe en Friesland ging de Jeugdautoriteit met jeugdzorgaanbieders in gesprek over het Early Warning System.
Zo’n twintig zorgfinancials en bestuurders van jeugdzorgaanbieders uit de provincies Groningen, Drenthe en Friesland bezochten in april informatiebijeenkomst van de Jeugdautoriteit over vroegsignalering. Een uitgelezen moment om de aanwezigen te introduceren met ons Early Warning System (EWS): een gegevensplatform waarmee continuïteitsrisico’s van jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen vroegtijdig kunnen worden gesignaleerd. Door analyse van gegevens over bijvoorbeeld liquiditeit, personeel, bedrijfsresultaat en het aantal cliënten kan het EWS helpen de continuïteit en beschikbaarheid van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering beter te waarborgen.
Waarom is een EWS van belang? Hoe houdt het gegevensplatform rekening met onderaannemers? En wat voegt het EWS toe voor aanbieders die al kampen met werkdruk? Een greep uit vragen die de aanwezige zorgfinancials ter sprake brachten. “Het EWS helpt om op centraal niveau een beeld te vormen van hoe het gesteld is met de continuïteit van zorg. Dit beeld is belangrijk zodat jeugdhulpaanbieders, GI’s, gemeenten en regio’s eerder met elkaar in gesprek kunnen over oplossingen voor deze risico’s”, trapt Kees van Nieuwamerongen, directeur van de Jeugdautoriteit de bijeenkomst in Assen af. “Onze rol hierbij is bijvoorbeeld het bemiddelen tussen jeugdhulpaanbieders en gemeenten met als doel tot concrete oplossingen te komen rond zaken als werkwijzen, verruiming van budgetten en een open gesprek over tarieven”, voegt Gertjan Postma, projectleider van het EWS daaraan toe. Het EWS is kortom een hulpmiddel om te voorspellen wanneer het goed en minder goed met een jeugdzorginstelling gaat en tegelijkertijd geeft het een trendbeeld van bewegingen in de sector.
In het verslag van de informatiebijeenkomst EWS spreekt de JA onder meer met vertegenwoordigers van Stichting MEE, Zorginitiatief de Bosk en Jeugdzorg Nederland.