Column van Marion Smit
Als je me anderhalf jaar geleden had verteld dat we op het ministerie volledig vanuit huis zouden gaan werken, had ik nooit verwacht dat het zo goed zou gaan. De veerkracht is bewonderenswaardig. Het is ongelofelijk hoe vlot medewerkers zich aanpassen, al wordt zeker ook reikhalzend uitgekeken naar het moment dat we elkaar weer kunnen ontmoeten. Dit aanpassingsvermogen zie ik ook in de jeugdsector. Juist nu is het belangrijk om kwetsbare kinderen en hun ouders zo goed als mogelijk te blijven ondersteunen, begeleiden en behandelen. Het helpt dat de jeugdsector vol zit met betrokken en gedreven mensen die er alles aan doen om de jongeren te bereiken.
Voor veel jongeren en jongvolwassenen is de impact van het virus op hun leven groot. Of beter: de impact van de genomen maatregelen. Die zijn voor de jeugd vele malen groter dan de gevolgen van het virus zelf. Door gebrek aan sociale contacten en ontplooiingsmogelijkheden zijn er jongeren die meer vereenzamen dan daarvoor. Bestaande problematiek verdiept zich. Jongeren die gevoelig zijn voor stemmingswisselingen kunnen depressiever worden, jongeren die thuis weinig steun hebben lopen makkelijker achterstanden op. Bij jongeren die op een keerpunt in hun leven staan, kunnen problemen ontstaan. Stages zijn bijvoorbeeld niet beschikbaar voor praktische opleidingen, en jongeren die beginnen aan een studie doen dat zonder de bijbehorende contacten.
Deze ontwikkelingen zijn zorgelijk en verdienen alle aandacht. Kinderen en jongeren die vastlopen moeten de hulp krijgen die zij nodig hebben. Toch is het ook belangrijk om aandacht te hebben voor alles wat wél goed gaat en wat er wel kan. Als directeur Jeugd bij VWS heb ik wekelijks een overleg waar partijen uit de jeugdsector vanuit verschillende disciplines samenwerken: onder anderen de gemeenten, het onderwijs, de veiligheid, de zorg, cliënten, de Kindertelefoon en het NJI. Ook de jongeren zelf zitten aan tafel. Zij willen meepraten, meedoen en meebeslissen over maatregelen en activiteiten. In deze stuurgroep bespreken we de impact van de maatregelen, de communicatie erover en wat we collectief en individueel kunnen doen om de jeugd zoveel mogelijk perspectief te kunnen blijven bieden in coronatijd. Het is een energieke groep mensen die echt het verschil wil maken.
Naast de brede vraagstukken moet ook de jeugdzorg zelf op orde zijn. Iedere jeugdige moet kunnen rekenen op passende hulp. Daarvoor is een goed functionerend jeugdhulpstelsel noodzakelijk. Alhoewel het uitgangspunt is dat de jeugdhulp ook in coronatijd zoveel mogelijk doorloopt, zien we dat er als gevolg van corona vraagstukken ontstaan rond financiën en de continuïteit van zorg.
De kwetsbaarheid blijkt ook wel uit de vierde coronaquickscan die de Jeugdautoriteit recent heeft uitgebracht. Het is daarom nu des te belangrijker dat er een Jeugdautoriteit is. Om het functioneren van het stelsel te ondersteunen, om problemen vroegtijdig te signaleren, te agenderen en op te lossen. Bij voorkeur gebeurt dat waar het vraagstuk is ontstaan in het samenspel tussen aanbieder en de betrokken gemeenten. Ik ben trots op de positie van de Jeugdautoriteit op dit moment. Twee jaar geleden zijn ze gestart, met een paar mensen. Inmiddels staat er een robuuste club die zichzelf verder zal ontwikkelen.
Ik ga het jeugdveld nu verlaten, maar doe dat met vertrouwen. Het jeugdveld maakt een mooie inhoudelijke ontwikkeling door. En er staat nu een Jeugdautoriteit die optreedt als ergens discontinuïteit van jeugdhulp en jeugdbescherming op de loer ligt. Dat is belangrijk, want iedere jeugdige heeft recht op passende zorg.
Marion Smit is directeur Jeugd bij het ministerie van VWS. Vanaf 1 april is zij directeur Wegen en Verkeersveiligheid bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.