Nannette Trenning is adviseur Strategie, Beleid en Organisatie bij de Jeugdautoriteit (JA) en vertelt over de belangrijkste highlights van de JA in 2021.

Portretfoto Nannette Trenning
Nannette Trenning van de Jeugdautoriteit

2021 was een veelbewogen jaar voor zowel de JA als het stelsel in het geheel. Als organisatie hebben we een belangrijke groei en ontwikkeling doorgemaakt en ook binnen het jeugdhulpstelsel zijn er belangrijke ontwikkelingen geweest. Enerzijds zijn er mooie stappen gezet in het belang van betere jeugdhulp, onder andere op de samenwerking tussen de verschillende stelselpartijen. Anderzijds is duidelijk geworden dat de jeugdhulpsector om verschillende redenen nog altijd onder druk staat en er daarnaast de komende jaren nog veel op de sector gaat afkomen. Die knelpunten komen bijvoorbeeld ook naar voren in het Verdiepingsonderzoek dat de JA dit jaar heeft uitgevoerd. Het gaat onder andere om vraagstukken rondom de beschikbaarheid van personeel, het vaststellen van reële tarieven, vereenvoudiging en (zicht en regie op) de in-, door- en uitstroom van jeugdigen.

Het jaar werd afgesloten met een opzet naar het vaststellen van de Hervormingsagenda en een nieuw regeerakkoord. Beide documenten zullen vanzelfsprekend gevolgen hebben voor het jeugdhulpstelsel, alsook voor de mogelijke oplossingsrichtingen voor de eerdergenoemde vraagstukken. Deze ontwikkelingen tezamen met de bestaande knelpunten maken dat we met elkaar nog voor een grote opgave staan.

Wat waren de belangrijkste highlights in 2021?

Samenwerking met partijen

Op 1 juli 2021 hebben de stelselpartijen het Convenant Bevorderen continuïteit jeugdhulp ondertekend, waarin zij belangrijke afspraken hebben gemaakt om de continuïteitsrisico’s van jeugdhulp beter te borgen en te voorkomen. De JA heeft als voorzitter van de stuurgroep een belangrijke rol gespeeld in de totstandkoming hiervan. Naast het borgen van continuïteit en te voorkomen dat zorg (tijdelijk) wegvalt, versterkt het convenant de relatie tussen de gemeenten en aanbieders en de rol en bevoegdheden van de JA.

Behalve het convenant is er in 2021 gewerkt aan het opstellen van verschillende samenwerkingsafspraken en –protocollen, waaronder het relatiestatuut tussen de JA, het ministerie van VWS en het ministerie van JenV en de samenwerkingsprotocollen met de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Inspectie Justitie en Veiligheid (IJenV) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). De samenwerkingsafspraken met de IGJ en IJenV zijn in 2021 ondertekend, vaststelling van het relatiestatuut en het samenwerkingsprotocol met de NZa zal begin 2022 volgen.

Alle bovengenoemde afspraken zijn een belangrijke stap richting betere samenwerking, op basis waarvan de continuïteit van jeugdhulp beter kan worden geborgd.

"Naast het borgen van continuïteit en te voorkomen dat zorg (tijdelijk) wegvalt, versterkt het convenant de relatie tussen de gemeenten en aanbieders en de rol en bevoegdheden van de JA."

Data- en informatieverzameling

In 2021 lag een belangrijke focus op het doorontwikkelen van onze data en informatieverzameling, dat de basis vormt voor het Early Warningsysteem (EWS) van de JA. Aan de hand van het EWS kunnen problemen met de continuïteit van jeugdhulp in een vroeg stadium worden gesignaleerd. Dit jaar is onder andere ingezet op de ontwikkeling van een datalab, waarin deze informatie veilig opgeslagen kan worden. Daarnaast is ingezet of voorbereid op het doorontwikkelen van de vroegsignaleringsfunctie op de volgende drie terreinen, welke direct voortvloeien uit de afspraken uit het convenant:

  • JA Meldpunt
    Eind 2021 heeft de JA een meldpunt ingericht waar aanbieders, gemeenten, inspecties, regio ’s en andere organisaties die werkzaam zijn in de jeugdhulpsector een melding kunnen doen van (vermoedens van) problemen bij een jeugdhulporganisatie die direct gevolgen kunnen hebben voor de continuïteit van jeugdhulp. Meldingen kunnen worden gedaan via www.jeugdautoriteit.nl
     
  • Pilot Informatiepositie
    In het najaar van 2021 is de JA van start gegaan met de voorbereiding van de pilot Informatiepositie om te onderzoeken welke informatie, met welke frequentie er precies nodig is om vroegsignalering zo optimaal mogelijk uit te voeren, zonder dat dit een verzwaring van administratieve lasten tot gevolg heeft. Een selecte groep aanbieders, gemeenten en regio’s werkt tot medio 2022 mee aan de pilot.
     
  • Accountmanagement
    In het laatste kwartaal is de JA gestart met het opstellen van een werkplan en het leggen van contacten ten behoeve van de accountmanagementgesprekken. Met de invoering van accountmanagement gaat de JA vanaf 2022 periodieke accountgesprekken voeren met jeugdhulpaanbieders met een omzet vanaf twee miljoen en de jeugdzorgregio’s. Op basis van deze gesprekken kunnen we risico’s op discontinuïteit beter beoordelen.

"In 2021 lag een belangrijke focus op het doorontwikkelen van onze data en informatieverzameling, dat de basis vormt voor het Early Warningsysteem (EWS) van de JA."

Onderzoek

Voor de jeugdhulpsector heeft de JA dit jaar verschillende onderzoeken uitgevoerd in het kader van onze vroegsignaleringsfunctie. Doel hiervan is om in kaart te brengen bij welke aanbieders en in welke jeugdregio’s zich continuïteitsrisico’s bevinden, of mogelijk op de lange termijn kunnen ontstaan, en om ontwikkelingen op het gebied van jeugdhulp te signaleren en analyseren.

In 2021 publiceerde de JA het onderzoek Financiële positie van jeugdhulpaanbieders met het daarop aansluitende Verdiepingsonderzoek. Daarnaast deed de JA onderzoek naar orthopedagogische behandelcentra, governance & bedrijfsvoering en werd in het eerste kwartaal van 2021 de vierde coronaquickscan opgeleverd om de impact van de coronamaatregelen op de jeugdhulpsector te monitoren. Na deze vierde quickscan is besloten om deze data in 2021 te integreren in het verdiepingsonderzoek.

"De JA is in 2021 betrokken geweest bij 14 casussen, waarvan een deel al vóór 2021 liep. De JA speelt in deze casussen een verbindende en bemiddelende rol."

Casuïstiek

De JA is in 2021 betrokken geweest bij 14 casussen, waarvan een deel al vóór 2021 liep. De JA speelt in deze casussen een verbindende en bemiddelende rol. Voorbeelden van casusinterventies vanuit de JA zijn het uitvoeren van een financiële analyse van een jeugdhulpaanbieder, het monitoren van de financiële situatie bij een aanbieder of het monitoren van bestuurlijke afspraken. Elke casus wordt afgesloten met een evaluatie, op basis waarvan we onze werkwijze blijven doorontwikkelen. De werkwijze van de JA vormde dan ook een belangrijke basis bij de totstandkoming van het draaiboek als onderdeel van het convenant*, waarin voor (mogelijke) continuïteitsproblemen de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende partijen in het jeugdstelsel zijn vastgelegd.

Vanuit de casuïstiek maar ook de resultaten van onze onderzoeken destilleert de JA rode draden in continuïteitsricisco’s. Door deze kennis en inzichten te delen, kan de organisatie zelf en uiteindelijk ook het stelsel breder hiervan leren. In 2021 heeft de JA hiervoor een afdeling Kennis en Verbinden ingericht, welke vanaf 2022 initiatieven zal opstarten om dit soort kennis actief met de sector te delen.

"In 2021 is de rol van de JA in het jeugdhulpstelsel steeds zichtbaarder geworden."

Meer zichtbare rol

In 2021 is de rol van de JA in het jeugdhulpstelsel steeds zichtbaarder geworden. Partijen als de IGJ, IJenV en de NZa weten ons op het punt van casuïstiek steeds beter te vinden. Hetzelfde geldt voor gemeenten en aanbieders, die onder andere door de ronde tafelbijeenkomsten, de activiteiten in het kader van vroegsignalering en de uitvoering van verschillende onderzoeken steeds meer bekend raken met de taken en activiteiten van de JA. Daarnaast hebben we vanuit casuïstiek, onze monitoring en onderzoeken belangrijke inzichten verworven en zijn er dit jaar belangrijke stappen gezet in het beter borgen van continuïteit en samenwerking.

In 2022 zullen we ons werk voortzetten en ons ervoor blijven inzetten dat kinderen, jongeren en gezinnen de passende en tijdige zorg krijgen die ze nodig hebben!