Pluryn-bestuurder Mirjam van den Nieuwenhuijzen over de afbouw van JeugdzorgPlus en het rapport van de Jeugdautoriteit.

In het Rapport Kerncijfers JeugdzorgPlus stelt de Jeugdautoriteit vast dat de bezettingsgraad van JeugdzorgPlus sterk terugloopt, waardoor aanbieders te maken hebben met een sterke omzetdaling. Is dat ook bij Pluryn merkbaar?

Van den Nieuwenhuijzen: “De bezettingsgraad daalt absoluut enorm. Toen we De Hoenderloo Groep met 60 JeugdzorgPlus-plaatsen sloten dachten we dat we al een heel eind op weg zouden zijn, maar niets is minder waar. Lege bedden kosten geld, en Pluryn lijdt op dit moment verlies op de jeugdhulp. Toch is het ook gedifferentieerd: bij groepen die de meest specialistische zorg nodig hebben blijft de bezettingsgraad behoorlijk stabiel. Pluryn is een specialist in zorg met verblijf, en we willen dat specialisme vasthouden omdat we denken dat dat in de toekomst nodig blijft.

“Tegelijkertijd wil de sector zich - gesteund door de politiek - ontwikkelen richting kleinschaligheid; de verwachting is dat kleinere groepen het aantal incidenten verminderen en er minder vrijheidsbeperkende maatregelen nodig zijn. Dat betekent wel meer begeleiding per kind, dus meer medewerkers. De financiering bij gemeenten is er nog niet op ingericht om die hogere tarieven te betalen. Kort door de bocht: Kleinschaliger werken is niet goedkoper. Een kleinschalige groep bestaat uit minder kinderen dan een reguliere groep, maar de kosten blijven gelijk.”

Pluryn

Pluryn biedt behandeling aan jeugdigen en volwassenen met een complexe zorgvraag, zoals een verstandelijke beperking, psychische problemen of ernstige gedragsproblemen. Pluryn heeft meer dan 6.000 medewerkers en meer dan 7.000 cliënten. Pluryn heeft twee JeugdzorgPlus-locaties in Eefde en Zeist en is de tweede grootste aanbieder van JeugdzorgPlus in Nederland.

De Jeugdautoriteit heeft in eerdere onderzoeken de administratiedruk aangewezen als een van de oorzaken van continuïteitsrisico’s in de jeugdhulp.

Van den Nieuwenhuijzen: “Daar hebben we bij JeugdzorgPlus heel veel last van. Jeugdzorgplus is zo gespecialiseerd, dat je eigenlijk altijd (boven)regionaal opereert. Pluryn bedient 41 van de 42 jeugdhulpregio’s, en lang niet elke regio heeft bovengemeentelijke procedures. Dat betekent dat wij met vele tientallen regio’s en gemeenten te maken hebben, die allemaal andere contracten, kpi’s, verantwoordingseisen en aanbestedingstrajecten hanteren. Die administratiedruk is gigantisch.”

Merkt Pluryn daarin een verschil tussen JeugdzorgPlus en (gehandicapten)zorg in het kader van de Wet langdurige zorg (Wlz)?

Van den Nieuwenhuijzen: “De omzet van Pluryn is ongeveer gelijk verdeeld tussen Jeugdzorg en Wlz, maar het verschil in administratie is ongelofelijk groot.  Bij de zorgadministratie werken vier keer zoveel mensen voor Jeugdzorg als voor Wlz. Bovendien voelen we die administratieve druk overal in de organisatie: ook behandelaars zijn veel tijd kwijt omdat ze voor elke cliënt andere dingen moeten checken, bijhouden en verantwoorden. Betere samenwerking binnen en tussen regio’s kan hierbij helpen, maar landelijke regie is nodig.”

"Vandaag stoppen met JeugdzorgPlus betekent niet dat er morgen iets anders is voor deze kinderen"

De Jeugdautoriteit ziet in haar rapport meer landelijke regie als belangrijkste oplossing.

Van den Nieuwenhuijzen: “De oproep van de Jeugdautoriteit tot landelijke regie in plaats van meer onderzoek is me uit het hart gegrepen. We hebben nu genoeg rapporten over de sector; stop met sectoronderzoek en neem de teugels in handen. Ik gebruik dit rapport en het rapport over regiovisies veel in mijn werk. De informatie is niet nieuw voor ons, veel weten we bij Pluryn al uit de praktijk. Maar als de Jeugdautoriteit als onafhankelijke partij stelling neemt krijgt het toch een andere lading. Ik ben als zorgbestuurder blij met de nieuwe, meer uitgesproken koers die de Jeugdautoriteit vaart in aanloop naar de integratie met de NZa.”

Portret van Mirjam van Nieuwenhuijzen
Mirjam van den Nieuwenhuijzen is een van de drie bestuurders van Pluryn. Eerder was zij algemeen directeur Zorg bij GGzE en transitiedirecteur Jeugd bij GGZ Oost Brabant.

Is er voldoende zicht op alternatieven bij het afbouwen van JeugdzorgPlus?

Van den Nieuwenhuijzen: “Als je het aantal JeudzorgPlus-plaatsingen terugbrengt verdwijnen die kinderen natuurlijk niet. Daarom spreek ik niet van afbouw, maar van ombouw en opbouw van alternatieven voor JeugdzorgPlus. We sluiten oude locaties en maken bestaande gebouwen geschikt voor kleinschaligheid. Tegelijkertijd zijn we met nieuwbouw bezig voor die doelgroep: kleine groepen tot zes cliënten geclusterd in een gebouw op een terrein.

“JeugdzorgPlus werd een jaar of vijftien geleden opgezet als alternatief voor Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s). We wilden in Nederland geen kwetsbare jongeren in een jeugdgevangenis. Nu zien we de instroom weer stijgen bij onze JJI in Lelystad, voor jongens met LVB-problematiek. Hoewel ik niet met zekerheid kan stellen dat die instroom samenhangt met de afname van JeugdzorgPlus-plaatsingen, maak ik me daar wel zorgen over. In een beschaafd land moet je zorgen dat je er bent voor deze kwetsbare groep.”

Hoe realistisch is het om het aantal JeugdzorgPlus-plaatsingen terug te brengen naar nul?

Van den Nieuwenhuijzen: “Ik begrijp die ambitie, je kunt daar eigenlijk niet tegen zijn. Net zoals Veilig Verkeer Nederland met haar beleid nul verkeersdoden ambieert, willen we nul kinderen die niet thuis wonen. Maar vandaag stoppen met JeugdzorgPlus betekent niet dat er morgen iets anders is voor deze kinderen. Laten we het kind niet met het badwater weggooien.

“Er is natuurlijk veel te zeggen voor kleinschaligheid en plaatsing binnen de regio. Het is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen om op te groeien bij hun ouders, het netwerk rond een kind wil je in stand houden en grote afstand helpt daarbij niet. Maar er zitten ook voordelen aan het clusteren van gespecialiseerde zorg. Er is met reden maar één Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. JeugdzorgPlus is hoogspecialistisch aanbod voor heel heftige problematiek. Het is hypercomplex werk, waar je de beste mensen voor nodig hebt.”

Abonneren op JA Magazine

Abonneer je gratis op het online magazine van de Jeugdautoriteit en ontvang zes keer per jaar de nieuwe editie altijd direct in je mailbox.

Lees ook eerdere interviews met zorgbestuurders:

  • Mariënne Verhoef (Levvel) over de impact van COVID-19 op jeugdhulp
  • Bas Timman (Jeugdformaat) over de rol van de Jeugdautoriteit in het stelsel
  • Lian Smits (Sterk Huis) over demedicaliseren en normaliseren