'Meer grip op de jeugdzorg met een duidelijke visie'
Marjolein Moorman was al vier jaar wethouder van Amsterdam, onder andere voor onderwijs en armoedebestrijding, toen ze tweeënhalf jaar geleden ook jeugdzorg erbij kreeg. Ze schreef een Amsterdamse jeugdvisie, die leidend is voor de keuzes die Amsterdam maakt op alles wat met jeugd te maken heeft.
Amsterdamse Jeugdvisie
“Toen ik tweeënhalf jaar geleden opnieuw tot wethouder werd gekozen, wilde ik er naast onderwijs en armoedebestrijding graag jeugdzorg bij doen. Ik geloof dat je problemen in hun volle omvang moet bekijken. Armoede, onderwijs en jeugdzorg zijn nauw met elkaar verweven. De kennismaking met jeugdzorg was intensief. Ik werd meteen geconfronteerd met aanbestedingen, financiën, gesloten jeugdzorg en lastige casussen. Ik dacht: Waar sturen we als gemeente eigenlijk op? Ik wilde meer grip op de jeugdzorg krijgen, maar wel met een duidelijke visie. Daarom heb ik de Amsterdamse Jeugdvisie geschreven. Sommige dingen die erin staan zijn misschien voor de hand liggend, maar het helpt om het jeugdveld en onszelf als gemeente bij de les te houden in onze dagelijkse keuzes.”
Bekijk de Amsterdamse jeugdvisie op de website van de gemeente Amsterdam.
Weinig zicht
“In Amsterdam werkten we met een open house-constructie. ‘Dan valt er wat te kiezen’, was het idee daarachter. Maar binnen no time was het aanbod uitgegroeid tot ruim 200 aanbieders, waar wij weinig zicht op hadden. Daar zat bijvoorbeeld ook huiswerkbegeleiding en buitenschoolse opvang bij. Ook zagen we in de cijfers dat vooral kinderen uit rijkere gezinnen gebruik maakten van onze jeugdzorg. Met de Amsterdamse Jeugdvisie concentreren we de jeugdzorg vooral op de jongeren die dat echt nodig hebben, in partnerschap met alle betrokken partijen. De professional weet wat hij of zij moet doen. Daar gaan wij ons niet teveel mee bemoeien. Maar we willen wel zien wat er gebeurt.”
Allemaal verantwoordelijk
“Jeugdzorg is vaak een gevolg van een kapot sociaal vangnet. Veel dingen in de samenleving gaan niet goed. Denk aan stress, armoede, of een negatieve invloed van social media. De jeugdzorg vangt veel van die problemen op. Dat is onhoudbaar. Ik denk niet dat jeugdzorg het antwoord moet zijn op problemen in onze samenleving. We moeten daar veel meer mee doen in het onderwijs en in gesprekken met ouders. It takes a village to raise a child. We zijn met z’n allen verantwoordelijk voor een veilige leefomgeving van kinderen; niet alleen de jeugdzorg. Met onze visie in de hand blijven we dat herhalen.”
De rattencasus
"Een tijd geleden hadden we in Amsterdam een casus waarbij een jeugdverpleegkundige bij ouders op bezoek ging omdat hun kind slecht groeide. De ouders vertelden dat zij veel stress ervaarden omdat ze last hadden van ratten in huis. Het buurtteam werd ingeroepen om wat aan die ratten te doen. Zij gingen bij de mensen langs, maar er werd niet opengedaan. Daarop gingen ze weer weg en sloten de melding af. Ze realiseerden zich niet dat ze daarmee ook de kinderen in het gezin in de steek lieten. De situatie in het gezin verslechterde, waardoor het kon gebeuren dat de kinderen uiteindelijk uit huis zouden worden geplaatst. Dat had voorkomen kunnen worden als mensen meer hadden gedacht vanuit het belang van de kinderen. In Amsterdam hebben we schrijnende jeugdzorgcasussen gehad, waarbij zelfs kinderen zijn overleden. De professionals deden daarbij meestal hun werk zoals ze dat volgens de regels moesten doen. Maar soms moeten we meer verantwoordelijkheid nemen.”
Proeftuin
“In Amsterdam Noord, Aalsmeer en Uithoorn hebben we een proeftuin lopen in het kader van het Toekomstscenario kind- en gezinsbescherming, waarbij regionale veiligheidsteams (RVT) intensief samenwerken met de lokale teams. De professional van het lokale team is de vaste contactpersoon voor een gezin en kan een veiligheidsexpert van het RVT vragen daarbij aan te sluiten als er sprake is van onveiligheid. Er wordt met de ouders breed gekeken naar hun problemen die de oorzaak kunnen zijn van onveiligheid voor hun kinderen. Zij worden ondersteund in het zoeken van oplossingen daarvoor. Dit leidt tot meer adequate hulp en er wordt minder een beroep gedaan op specialistische jeugdhulp.
De ouders en jongeren voelen zich meer gehoord en gezien en de gedwongen maatregelen zijn fors gedaald. En de professionals geven aan zich veel gelukkiger te voelen in hun werk. Het is nu nog een proeftuin, maar wel met het idee om veel breder op deze manier te gaan werken. In eerste instantie kost deze vorm van zorg meer geld, maar uiteindelijk is het goedkoper voor de samenleving. ”
Meer eenheid
“Ik geloof dat de jeugdzorg het beste decentraal kan worden belegd. Het moet in lokale teams gebeuren. De vraag is wel of elke regio of gemeente het op zijn eigen manier moet doen en zelf het wiel moet uitvinden. Ik vind het pijnlijk dat het ervan afhangt waar je in Nederland opgroeit of je bepaalde hulp wel of niet krijgt; of dat je wel of niet uit huis wordt geplaatst. Al die onnodige verschillen zorgen ook voor een hoge administratiedruk. Via de Vereniging van Nederlandse Gemeenten leren we als gemeenten gelukkig al van elkaar wat wel en niet werkt. Maar meer eenheid en doen wat werkt is noodzakelijk.”
Stand van de Jeugdzorg 2024
Dit interview is onderdeel van de Stand van de Jeugdzorg 2024.