‘Veel maatschappelijke kosten slaan neer in de zorg’

Tessa Jansen-van Eijndt is onderzoeker op het gebied van sociaaleconomische gezondheidsverschillen bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Al in 2011 onderzocht het RIVM in hoeverre Health in All Policies in Nederland wordt toegepast. Vorig jaar bracht ze in kaart welke initiatieven er inmiddels zijn bijgekomen.

Tessa Jansen-van Eijndt is onderzoeker bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).

Overlappende concepten

“Health in All Policies is een term die recent weer meer in zwang is. Meestal wordt ermee bedoeld dat er vanuit andere domeinen, zoals het sociaal domein, de arbeidsmarkt of leefomgeving, rekening wordt gehouden met gezondheid. Daarnaast is Health for all Policies ook in opkomst: Wat kan gezondheidsbeleid betekenen voor andere domeinen? Ook ben ik Mental Health, Ageing en Equity in All Policies tegengekomen. Zelf voel ik me vooral aangesproken door Economy of Wellbeing, wat een beetje de grote gemene deler is van alle overlappende concepten. Veel sociaaleconomische verschillen hebben hun oorzaak in domeinen als wonen of werk, maar de kosten slaan vaak neer in het gezondheidsdomein. De zorg moet dan de problemen oplossen die ergens anders worden veroorzaakt. Je kunt de problemen beter bij de wortel aanpakken, waardoor mensen met bijvoorbeeld financiële zorgen door schulden helemaal niet bij de zorg terecht hoeven te komen.”

Voorbeelden

“We hebben in Nederland het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA). Dat gaat voor een groot deel ook over Health in All Policies. Of denk aan het Programma Kansrijke Start, waarbij wordt gefocust op de eerste duizend dagen van een kind. Als welzijnsmedewerkers al in een vroeg stadium bij aankomend ouders op bezoek komen en hen helpen bij het verbeteren van hun leefomstandigheden, krijgt het kind een veel betere start. Een ander voorbeeld is het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid, waarin verschillende ministeries samenwerken. Dat richt zich vooral op de veiligheid en leefbaarheid van bepaalde focusgebieden in gemeenten, maar daarnaast is er aandacht voor gezondheid. In Nieuwegein wordt bijvoorbeeld sterk ingezet op sociale cohesie en verbinding in de wijk. Dat zorgt er mede voor dat de eenzaamheid afneemt. Waar eenzame bewoners eerder bij de huisarts terechtkwamen, hebben ze soms meer baat bij een bezoek aan een buurthuis.”

"Als mensen met schulden op tijd worden doorverwezen naar schuldhulpverlening, kan dat veel gezondheidsklachten en kosten schelen."

Gemeenten worstelen nog

“Een mooi voorbeeld van een integrale benadering is de samenwerking tussen de gezondheidszorg en schuldhulpverlening. Mensen die met een waaier aan klachten bij de huisarts komen, maken zich soms vooral zorgen om schulden. Als zij op tijd worden doorverwezen naar schuldhulpverlening, kan dat veel gezondheidsklachten en kosten schelen. Veel gemeenten worstelen nog met die integrale blik. Grotere gemeenten hebben dat vaak wel goed voor elkaar. Daar spelen buurthuizen bijvoorbeeld een belangrijke rol, die bewoners betrekken en doorverwijzen naar de juiste hulp.”

Bekijk het Kennisbeeld Health in All Policies van eind 2023 op de website van het RIVM.

Gemeenschappelijk belang

“Om Health in All Policies of de Economy of Wellbeing te laten slagen is het belangrijk om te kijken naar het gemeenschappelijk belang. Waar zijn de verschillende betrokken domeinen mee geholpen? Met gezamenlijke doelen kun je ver komen. Kijk ook naar de bedoelde en onbedoelde gevolgen van beleid. Sommige besluiten kunnen onverwachte effecten hebben in andere domeinen. Kijkend naar heel Nederland is het belangrijk om te bedenken wat voor samenleving we willen hebben. Vinden we het bijvoorbeeld belangrijk dat jongeren gezond moeten opgroeien? Dan kunnen we vapes en andere rookwaar verbieden. Een deel van de maatschappij zal het daar totaal niet mee eens zijn, maar het draagt wel bij aan de samenleving waar we naartoe willen. Dat vraagt om moedige politiek.”

Jeugdzorg

“Ook de jeugdzorg zou gebaat zijn bij een aanpak met meer aandacht voor structurele problemen, zoals armoede, de leefomgeving of stress bij ouders. Ik ben niet heel bekend met de jeugdzorg, maar ik zie wel dat er door de huidige financiering voor lichtere gevallen van zorg veel meer aanbod is dan voor zwaardere gevallen. En dat knelt. Die lichtere gevallen zouden meer geholpen kunnen worden in de context van wijkteams en het onderwijs. Door de zorg beter te integreren in andere domeinen, kunnen kinderen hopelijk eerder en beter worden geholpen.”

"Er zijn veel initiatieven op het gebied van integrale zorg, maar de versnippering in financiering is problematisch."

Wat is er nodig?

“Er zijn veel initiatieven op het gebied van integrale zorg, maar de versnippering in financiering is problematisch. We horen bijvoorbeeld van gemeenten dat alles wegvalt wanneer de financiering stopt. Het beleid op dit gebied zou voorspelbaarder moeten worden; structureel geregeld, voor de lange termijn. We hebben een visie en beleid nodig voor de komende tien of twintig jaar, met de bijbehorende middelen. Tegelijkertijd moeten we flexibel zijn als zaken uit de rails dreigen te lopen. Dan moet je kunnen bijsturen.

Verder is vertrouwen belangrijk. In Nederland hebben we veel regels en kaders. Alles moet leiden tot een duidelijk effect. Maar als je beleid maakt voor de lange termijn moet je vertrouwen houden: in de keuzes en in de professionals. En dus niet overreguleren. Dat is soms lastig, zeker in de jeugdzorg. Wanneer er misstanden aan het licht komen, wordt er vaak geroepen om meer regulering. Maar dat creëert vooral schijnveiligheid. Je kunt nooit alles voorkomen. Regels hebben we nodig op hoofdlijnen. De rest moeten we overlaten aan de zorgprofessionals.”

Stand van de Jeugdzorg 2024

Dit interview is onderdeel van de Stand van de Jeugdzorg 2024.

Naar de Stand van de Jeugdzorg